Als je gaat starten met beleggen, kom je veel nieuwe termen tegen. Bijvoorbeeld aandelen en obligaties. Het verschil tussen de twee kan in eerste instantie misschien niet helemaal duidelijk voor je zijn. Middels dit artikel hoop ik je meer duidelijkheid te geven over de verschillen tussen aandelen en obligaties.
Inhoudsopgave
Wat zijn aandelen en obligaties?
Allereerst maar eens definiëren wat we verstaan onder aandelen (en obligaties).
Aandelen
Aandelen zijn in feite kleine stukjes van een bedrijf. Koop je een aandeel, dan ben je aandeelhouder van een bedrijf. Je hebt daarmee een deel van het bedrijf in handen.
Beleggen in aandelen is waarschijnlijk de bekendste vorm van beleggen, omdat het heel toegankelijk is en redelijk makkelijk te begrijpen is.
Zo kan je bijvoorbeeld aandelen kopen van een bedrijf waarvan de aandelen verhandeld worden op de beurs. Stel je koopt 10 stuks voor 50 euro per stuk. Gaat het goed met het bedrijf, dan kan de waarde van zo’n aandeel stijgen. Als die bijvoorbeeld naar 60 euro per stuk stijgen, dan heb je op papier 100 euro winst. Via de aandelenmarkt kan je die aandelen vervolgens weer verkopen.
Uiteraard kan het ook zijn dat het bedrijf het minder goed doet, en de aandelen minder waard worden.
Een andere manier om geld te verdienen met aandelen, is door het dividend wat uitbetaald wordt. Dit is een gedeelte van de winst, die het bedrijf met de aandeelhouders deelt. Het bedrijf kan zelf bepalen of ze dividend uitkeren en hoeveel dividend ze uitkeren.
Obligaties
Obligaties zijn leningen die je aan een bedrijf of overheid verstrekt. Dat gaat over respectievelijk bedrijfs- en staatsobligaties.
In tegenstelling tot bij aandelen, word je dus geen aandeelhouder bij obligaties. Maar de uitgever van de obligaties (het bedrijf of de overheid) heeft een schuld aan je te voldoen.
Stel je koopt een obligaties van 1.000 euro met een jaarlijkse rente van 2% voor 10 jaar. Dan krijg je ieder jaar 20 euro voor een duur van 10 jaar. Aan het einde van de 10 jaar heb je dus 200 euro aan rente verdient, en krijg je je initiële investering van 1.000 euro terug.
Hoe lang een obligatie duurt en wat de rente is, verschilt erg per obligatie. Zo is de rente voor overheden zoals Nederland een stuk lager dan bijvoorbeeld Griekenland. Dat komt omdat er ook bij obligaties risico’s aan vast zitten. Er is immers een mogelijkheid dat een bedrijf of land zijn leningen niet meer kan betalen.
Wat zijn dan de verschillen?
In het Engels spreekt men over equity & debt, wat eigenlijk direct het belangrijkste verschil tussen de twee aangeeft. Bij aandelen bezit je een deel van het bedrijf, bij obligaties ben je schuldeiser van een bedrijf.
Daarmee worden aandelen als risicovoller geschat dan obligaties. Je weet immers niet zeker wat het bedrijf gaat doen in de toekomst, qua winst of verlies.
Bij obligaties heb je meer zekerheid, omdat van te voren al vast staat hoeveel rente je krijgt, hoe vaak die betaald wordt en voor hoe lang. Hoewel hier ook een risico bij hoort, is dit risico over het algemeen minder dan bij aandelen.
Daarnaast is er nog het verschil dat je met aandelen winst kan behalen door koersveranderingen en dividend, waar obligaties de winst hem zit in de rente.
Verder kan je als aandeelhouder ook stemrecht binnen een bedrijf krijgen, waar je dit met obligaties niet hebt.
Voordelen van aandelen ten opzichte van obligaties
Aandelen hebben een groot voordeel ten opzichte van obligaties:
- Het gemiddelde rendement op aandelen is hoger dan dat van obligaties.
Aandelen hebben over de afgelopen ±100 jaar een rendement gehad van zo’n 10% (in de S&P500). Daarbij moet wel gezegd worden dat dit dus het gemiddelde rendement is. Zoals je in dit artikel kan lezen, verschilt het ieder Jaar.
Dan ook maar een nadeel van aandelen, het verlies in een jaar is ook hoger dan dat van obligaties.
Voordelen van obligaties ten opzichte van aandelen
Aandelen brengen gemiddeld genomen dus meer op dan obligaties. Dat is voor veel mensen het hele doel van beleggen. Toch hebben obligaties ook voordelen:
- Obligaties zijn inkomensvaster dan aandelen en fluctueren minder in waarde.
Bij obligaties weet je doorgaans waar je aan toe bent. Heb je bijvoorbeeld Amerikaanse staatsobligaties, dan ben je vrij zeker dat je betaald wordt.
Bovendien gaan obligaties erg goed in tijden dat aandelen slecht gaan. Bijvoorbeeld tijdens een beurscrash.
Als je een beleggingsportefeuille wilt die niet te veel fluctueert, dan is het zeker interessant om eens te kijken naar obligaties. Op die manier zijn de dalingen in je portefeuille ook veel minder.
Helaas is het wel zo, met de lage rentestanden van tegenwoordig, dat obligaties ook steeds minder en minder rendement opleveren.
Hoe verdeel ik aandelen en obligaties in mijn beleggingen?
Vrijwel iedere beginnende belegger wordt aangeraden om niet volledig in aandelen te stappen. Reden daarvoor is dat aandelen flink kunnen stijgen in waarde, maar ook erg hard kunnen dalen.
Niet veel mensen zijn emotioneel bestand tegen het feit dat ze 40 of 50% van hun aandelen waarde zien verdwijnen.
Daarom is het voor veel mensen verstandig om ook obligaties op te nemen in hun beleggingsstrategie.
Een veelvoorkomende strategie daarbij is (ongeveer) je leeftijd in obligaties. Ben je 30 jaar, dan stop je 30% in obligaties en 70% in aandelen. Hoe ouder je wordt hoe meer obligaties dus.
Reden hiervoor is dat je nog tijd zat hebt om een aandelencrash goed te maken als je jong bent, en dus meer risico kan nemen (en meer aandelen kan bezitten). Naarmate je ouder wordt, wil je een portefeuille die niet meer heel hard kan dalen. Want misschien is het wel een potje voor je pensioen. Je wilt natuurlijk niet dat dit 50% daalt een jaar voordat je met pensioen gaat.
Of deze verdeling (leeftijd in obligaties) voor jou ook goed werkt, is lastig te bepalen. Als je een hoger risico wil nemen, kan je kijken of je meer aandelen kan kopen (of bitcoin en CFD’s als je echt risico wil lopen). Wil je liever minder risico, dan kan je kijken naar meer obligaties (of misschien goud).